Beroepsmogelijkheden
Innoviris stelt alles in het werk om u een optimale service te bieden. Dat neemt echter niet weg dat u het met sommige van onze beslissingen niet eens zou kunnen zijn. Mocht u de huidige beslissing willen aanvechten, dan beschikt u over de volgende mogelijkheden:
I. Willig beroep (ongeorganiseerd)[1]
- Ombudsdienst van Innoviris
Binnen 15 dagen na kennisgeving van de betwiste beslissing kan er een bezwaar ingediend worden bij de ombudsdienst van Innoviris. Hiertoe is er een formulier voorzien dat u kunt terugvinden via de volgende link.
Degene die instaat voor het klachtenbeheer zal een dergelijke betwisting eerst aan de Algemene Directie van Innoviris overmaken en daarna aan het team dat de beslissing formuleerde. Dat team zal vervolgens binnen een redelijke termijn voor een antwoord of oplossing zorgen.
- Verzoek tot heroverweging of willig beroep bij de hiërarchische of toezichthoudende overheid
Voorliggende beslissing kan het voorwerp uitmaken van een willig beroep en u kan, hetzij bij de auteur van de beslissing, hetzij bij de hiërarchische of toezichthoudende autoriteit van diezelfde auteur, hetzij bij uw toezichthoudende instantie, proberen de beslissing te laten intrekken, vernietigen, corrigeren of herzien. Een dergelijk beroep gaat niet gepaard met enige termijn of formaliteit. Niettemin dient erop toegezien te worden dat het beroep tijdig wordt ingediend, d.w.z. op een moment dat de autoriteit in kwestie nog bevoegd is om haar controle uit te oefenen.
II. Beroep bij de Raad van State
- Beroep tot nietigverklaring (art. 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973)
Tegen de huidige beslissing kan een verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend worden bij de Raad van State.
Daartoe moet een gedagtekend en ondertekend verzoekschrift tot nietigverklaring ingediend worden, per aangetekend schrijven, bij de Raad van State (Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel) binnen zestig dagen na de dag volgend op de verzending van deze kennisgeving. Het verzoekschrift moet, naast de namen, de hoedanigheid en de zetel van de verzoekende en verwerende partijen, ook het voorwerp van het beroep en een opgave van de feiten en de middelen vermelden. Een kopie van de betwiste beslissing moet bijgevoegd worden.
Een kopie van het verzoekschrift moet tegelijk aan de tegenpartij worden gericht.
- Vordering tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen (art. 17 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State)
Een vordering tot schorsing van voormelde beslissing of een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die nodig zijn om de belangen van de partijen veilig te stellen kan eveneens ingediend worden bij de Raad van State door middel van een aparte akte los van het verzoekschrift tot nietigverklaring, door middel van een aangetekende brief.
Het verzoekschrift moet de aanduiding van de akte vermelden die het voorwerp uitmaakt van de vordering tot schorsing of tot voorlopige maatregelen; in voorkomend geval de verwijzing naar het beroep tot nietigverklaring waarvan de vordering het accessorium vormt; een uiteenzetting van de feiten die volgens de verzoeker de spoedeisendheid van het bevelen van de gevraagde schorsing of voorlopige maatregelen rechtvaardigen; in voorkomend geval, de beschrijving van de gevorderde voorlopige maatregelen alsook een uiteenzetting van de feiten waarin wordt aangetoond dat de voorlopige maatregelen noodzakelijk zijn om de belangen van de partij die ze vordert, te vrijwaren.
III. Gerechtelijke procedure
Op basis van artikel 144 van de Grondwet kan de rechter ook verzocht worden om de toepassing van voorliggende beslissing af te wijzen.
De vordering voor de rechtbank van eerste aanleg of de vordering in kort geding worden ingediend door middel van een dagvaarding door een gerechtsdeurwaarder. De artikelen 702 tot 706 van het Gerechtelijk Wetboek regelen de vorm van de dagvaarding. Het exploot van dagvaarding moet naast de namen, de hoedanigheid en de zetel van de verzoekende en gedagvaarde partij, ook het onderwerp en een beknopte uiteenzetting van de middelen van de vordering vermelden, evenals de aanwijzing van de rechter bij wie de zaak aanhangig gemaakt werd en de plaats, de dag en het tijdstip van de hoorzitting.
[1] De ongeorganiseerde beroepsprocedures gaan niet gepaard met een stuiting van de vorderingstermijn voor de Raad van State.